Het is maandagochtend 8:30 wanneer Ronald het Stadhuis aan de Amstel binnenloopt. Hij klapt zijn laptop open en geniet van het uitzicht op de stad die nooit stilstaat. Hij ziet in zijn agenda de eerste afspraak van de dag staan samen met het hybride werken team. Samen gaan zij bespreken hoe je 20.000 ambtenaren de juiste werkplek geeft in een tijd waarin thuiswerken het nieuwe normaal is.
Bouwen aan de werkplek van de toekomst
De uitdaging waar Ronald en zijn team voor stonden was helder: ondanks het grote aantal lege werklekken, bleek er juist een tekort aan overlegruimtes. Een ogenschijnlijke paradox, die tegelijkertijd een kans bood om de huisvestingsvisie van de Gemeente Amsterdam volledig opnieuw vorm te geven. Samen met vijf andere experts werkte Ronald aan een toekomstgerichte werkomgeving die niet alleen aansluit op de behoeften van vandaag, maar ook klaar is voor de komende twintig jaar.
Centraal in die visie stond de vraag hoe je ervoor zorgt dat medewerkers niet alleen kunnen, maar ook willen terugkomen naar kantoor. Niet vanuit verplichting, maar omdat de werkplek daadwerkelijk iets toevoegt aan hun werkdag. Denk aan inspiratie, sociale interactie en de juiste faciliteiten op het juiste moment. In een hybride werkomgeving moet het kantoor waarde hebben, anders verliest het zijn functie.
Bij het ontwikkelen van de visie keek het team nadrukkelijk verder dan enkel ruimte-efficiëntie. Het ging om het creëren van betekenisvolle plekken: werkplekken, belcellen, overlegruimtes en informele zones. Ronald bracht nauwkeurig in kaart hoeveel ruimte er per werkvorm nodig was en koppelde dit aan actuele bezettingscijfers. “Het gaat niet alleen om vierkante meters, maar om hoe je ze gebruikt”, vat hij samen.
3D ontwerp met BBP’s, Hoge aanlandtafel, treinzitje
Die vertaalslag van data naar beleving was cruciaal. Door middel van scenario’s, 3D-indelingen en visualisaties maakte Ronald de plannen concreet en tastbaar. Zo konden alle betrokkenen – van beleidsmakers tot gebruikers – zich een realistisch beeld vormen van de nieuwe werkomgeving. Naast het rekenen en ontwerpen speelde luisteren een grote rol. In gesprekken met medewerkers haalde het team waardevolle input op over wat écht werkt in de praktijk.
Het resultaat is een huisvestingvisie die niet alleen praktisch en schaalbaar is, maar ook mensgericht en toekomstbestendig. Een fundament waarop de Gemeente Amsterdam haar werkplekken de komende decennia verder kan bouwen.
Van visie naar realisatie
Het bleef niet bij plannen. Inmiddels wordt het eerste grote kantoor van de Gemeente Amsterdam daadwerkelijk opnieuw ingericht op basis van de nieuwe huisvestingsvisie. Voor Ronald, die als adviseur vaak aan de tekentafel blijft, was dit een bijzondere kans om ook de uitvoering van dichtbij mee te maken. Het proces leverde niet alleen waardevolle inzichten op, maar ook veel voldoening. “In dit geval mocht ik ook die vertaalslag maken. Dat is enorm leerzaam én bevredigend”, vertelt hij.
De eerste resultaten zijn inmiddels zichtbaar. Het aantal vierkante meters per medewerker is aanzienlijk teruggebracht, maar zonder dat dit ten koste gaat van comfort of gebruiksgemak. Integendeel: de ruimtes zijn efficiënter ingedeeld, voelen uitnodigend aan en sluiten beter aan op de manier waarop vandaag de dag gewerkt wordt. Het abstracte toekomstbeeld waar jarenlang aan gewerkt is, krijgt nu letterlijk vorm.
Tegelijkertijd werkte Ronald aan een tweede groot project: de ontwikkeling en plaatsing van maar liefst 310 beeldbelplekken in gemeentekantoren verspreid over de stad. De aanleiding was een praktisch probleem: vergaderruimtes werden vaak gebruikt voor telefoongesprekken en Teams-overleggen, waardoor er een mismatch ontstond tussen het beoogde en het daadwerkelijke gebruik. In plaats van te kiezen voor standaardoplossingen, ontwierp Ronald een eigen concept dat herkenbaar, modern en verplaatsbaar is. “Een beetje design mag best, we maken immers iets voor de langere termijn,” licht hij toe.
Begin 2023 werd de Europese aanbesteding voor nieuwe beeldbelplekken van de Gemeente Amsterdam gegund aan Fa. Verwol met het doel om de druk op de vergaderruimtes te verlagen, aangezien deze vaak werden gebruikt om te bellen of voor Teams-overleggen. In het Programma van Eisen stonden twee varianten beschreven: een kleine plek om staand te bellen en een grotere met bureau en data-aansluiten.
Beeldbelplek met data-aansluitingen
Hoewel Verwol eerder belcellen leverde, greep Ronald dit project aan om samen met hen een geheel nieuw, onderscheidend model te ontwikkelen. De nieuwe beeldbelplek moest verplaatsbaar zijn, passen in elke kantooromgeving en een herkenbare visuele identiteit uitstralen. Er werd gekozen voor een strak ontwerp met zwart bureau, antracietgrijze kozijnen, middengrijs vilt en rondom glas. De bekende Amsterdamse Andreaskruisen op ooghoogte maken het ontwerp compleet en zorgen voor direct herkenbare functionaliteit.
Verwol was verantwoordelijk voor de productie en plaatsing van maar liefst 310 beeldbelplekken, volledig op maat gemaakt. Door nauw overleg met Ronald en afstemming met lokale teams en installateurs werd een functionele en esthetische oplossing gerealiseerd, die nu een vast en geliefd onderdeel is van de gemeentelijke werkomgeving.
Elke locatie bracht eigen uitdagingen met zich mee, zoals specifieke eisen rondom brandmeldinstallaties of vloerconstructies. Door nauw samen te werken met de lokale facilitaire teams, verliep de implementatie efficiënt. Wat begon als een praktische oplossing, is uitgegroeid tot een herkenbaar en stijlvol element van de Amsterdamse werkplekcultuur. “We hebben een product ontwikkeld dat functioneel is, maar ook trots uitstraalt. Dat zie je niet vaak bij belcellen,” aldus Ronald.
Een blik op de toekomst
Een toekomstbestendige visie op hybride werken, tastbaar gemaakt in ontwerpen en aantallen. En ruim 310 belplekken die dagelijks het verschil maken in de gemeentelijke kantoren van Amsterdam. De kern van beide projecten? Niet de stenen of vierkante meters, maar de mensen die er gebruik van maken. Het gaat om het faciliteren van prettig en effectief werken – nu én in de toekomst.
Met deze aanpak laat Ronald iets blijvends achter: een visie die verder gaat dan alleen inrichting, en oplossingen die dagelijks hun waarde bewijzen. Niet alleen door wat er is neergezet, maar vooral door hoe er gekeken wordt naar werkplekken. Gebruikersgericht, flexibel en duurzaam.
“Wat ik achterlaat is niet alleen een nieuwe inrichting of een set belcellen. Het is een manier van denken over kantoorhuisvesting. Een benadering die ik hoop dat de standaard wordt”. Morgen werkt hij alweer aan een nieuw project, bij een andere organisatie. Maar de inzichten die hij in Amsterdam opdeed, neemt hij overal mee naartoe.